Naar hoofdinhoud Naar footer

Opvoedings-/ ondersteuningsprogramma

De persoon met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen ontvangt ondersteuning die is afgestemd op zijn of haar wensen en behoeften.

Doel

De persoon met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen (ZEVMB) ontvangt ondersteuning die is afgestemd op zijn of haar wensen en behoeften.

Doelgroep

Kinderen en volwassenen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen (ZEVMB; geschat IQ < 25 punten en zeer ernstige motorische beperkingen).

Aanpak

Met het Opvoedings-/ondersteuningsprogramma wordt door professionals in nauwe samenwerking met ouders kennis opgedaan over de persoon met ZEVMB en wordt steeds bepaald of de ondersteuning aansluit bij de vraag (wensen en behoeften) van de persoon waardoor deze zich maximaal kan ontplooien. Het programma gaat uit van de visie dat mensen met ZEVMB een relatie kunnen aangaan met hun omgeving en zo hun wensen en behoeften helder kunnen maken.

Deze relatie kan alleen opgebouwd worden als er methodisch (systematisch en doelgericht) én interdisciplinair gewerkt wordt, omdat daarmee de persoon met ZEVMB in de gelegenheid wordt gesteld om aan te geven of hetgeen de zorgprofessional doet, aansluit bij zijn/haar wensen en behoeften. Deze normatieve en methodische uitgangspunten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen de kernelementen van het programma. Binnen het Opvoedings-/ondersteuningsprogramma wordt gestart met een integraal opgesteld persoonsbeeld (wie is deze persoon en wat heeft hij of zij nodig?). Vanuit dit persoonsbeeld worden interdisciplinair bepaalde langetermijndoelen geformuleerd (waar moet aan gewerkt worden; wat is op dit moment de belangrijkste vraag van de persoon met ZEVMB?). Om deze langetermijndoelen te bereiken worden er vervolgens monodisciplinair kortetermijndoelen opgesteld (looptijd vier tot zes weken).

Bij deze doelen worden activiteiten, uitvoeringsvoorwaarden en evaluatiecriteria beschreven. Doelen worden geëvalueerd en verkregen kennis wordt vervolgens geïntegreerd in het opgestelde persoonsbeeld. Bij alle stappen van het programma zijn ouders nauw betrokken. Er is documentatie over het uitgebreide implementatietraject beschikbaar, die onmisbaar is voor het welslagen van het programma voor de persoon met ZEVMB.

Materiaal

  • Vlaskamp, C., Poppes, P., & Zijlstra, R. (2005). Een programma van jezelf. Een opvoedingsprogramma voor kinderen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. Assen: Van Gorcum.
  • Vlaskamp, C., Poppes, P., & Zijlstra, R. (2005). Levensloop in perspectief. Over volwassenen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. Assen: Van Gorcum.
  • Zijlstra, R., Vlaskamp, C., & Poppes, P. (2005). Met zorg vernieuwen. Handreiking voor een succesvolle implementatie van het opvoedings-/ondersteuningsprogramma. Assen: Van Gorcum.
  • Vlaskamp, C. & van Wijck, R. (1997). Inventarisatie Persoonsbeeld en Zorg. Versie voor residentiële voorzieningen. Groningen: Stichting Kinderstudies.
  • Vlaskamp, C. & Wijck, R. van (1998). Inventarisatie Persoonsbeeld en Zorg. Versie voor kinderdagcentra. Groningen: Stichting Kinderstudies.
  • Vlaskamp, C., Meulen, B. F. van der, & Smrkovsky, M. (1999). GedragsTaxatie-Instrument voor personen met ernstige meervoudige beperkingen. Groningen: Stichting Kinderstudies.
  • Tadema, A. C. & Vlaskamp, C. (2004). Inventarisatielijst Kindkenmerken. Groningen: Stichting Kinderstudies.
  • Vlaskamp, C. & Tadema, A. C. (2005). Inventarisatielijst Kindkenmerken. Deel 2: relaties, gezondheid en context. Groningen: Stichting Kinderstudies.
  • Hiemstra, S. J., Wiersma, L. A., Tadema, A. C., & Vlaskamp, C. (2005). Lijst voor het afstemmen van Activiteiten en Situaties op de mogelijkheden en voorkeuren van personen met ernstige meervoudige beperkingen. Groningen: Stichting Kinderstudies.
  • DVD over het programma: ‘Leo luistert muziek, Leo maakt muziek’.

Onderbouwing

Het programma gaat uit van een relationele visie (normatief uitgangspunt) als het gaat om de ondersteuning van mensen met ZEVMB. Deze visie houdt in dat mensen met ZEVMB, net als ieder ander recht hebben op een situatie waarin zij tot optimale ontplooiing kunnen komen van hun mogelijkheden en sturing kunnen hebben op hun eigen bestaan. Vanwege hun afhankelijkheid van de omgeving is dit alleen mogelijk indien er een wederkerige relatie ontstaat tussen de persoon en zijn omgeving. Deze relatie staat onder druk door visie- en kennisgebrek, door het onvoldoende helder stellen van een opvoedingsperspectief (wat wil de persoon met beperkingen? waar moet aan gewerkt worden?), door intuïtief werken (evaluatie ontbreekt) en door fragmentatie en discontinuïteit (niet methodisch, systematisch en interdisciplinair werken) binnen de ondersteuning. Ook staat deze relatie onder druk door de non-verbale en idiosyncratische manier van communiceren van de persoon. Hierdoor is het voor de omgeving lastig signalen te herkennen en hier adequaat op te reageren waardoor de kwaliteit van ondersteuning mogelijk tekortschiet wat kan leiden tot onnodige achteruitgang in vaardigheden, en/of het onvoldoende benutten van mogelijkheden. Tevens kan het leiden tot verergering van gezondheidsproblemen (onder meer toename van chronische pijn, motorische inactiviteit, dysfagie, obstipatie, slaapproblemen) en toename van gedragsproblemen (onder meer stereotiep gedrag, automutilatie). Deze problemen belemmeren dan op hun beurt weer de opbouw van een relatie tussen de persoon met ZEVMB en zijn omgeving.

Onderzoek

Onderzoek wijst uit dat werken met het programma leidt tot een betere interpretatie van het gedrag van de persoon met beperkingen door de zorgprofessional én een betere aansluiting van de ondersteuning aan de behoeften van de beschreven persoon. Dit wordt bereikt doordat de zorgprofessionals:

  • Een relationele visie ten aanzien van de ondersteuning van mensen met ZEVMB hanteren.
  • Zij zijn in staat tot het formuleren van een opvoedings-/ondersteuningsperspectief voor de persoon met ZEVMB.
  • Zij beschikken over vaardigheden met betrekking tot systematisch en doelgericht werken; zoals blijkt uit de verbetering van de formulering van doelen (zowel technisch als inhoudelijk).
  • Zij zowel binnen hun eigen discipline als met andere disciplines (én ouders) beter samenwerken.

Contactgegevens

Rijksuniversiteit Groningen
Dr. A.A.J. van der Putten
Grote Rozenstraat 38
9712TJ Groningen
050-3636408

Downloads

Download hier de volledige interventiebeschrijving

Over deze interventie

Erkend

Erkenning is mogelijk op de volgende niveaus:

  • Goed onderbouwd
  • Effectief volgens eerste aanwijzingen
  • Effectief volgens goede aanwijzingen
  • Effectief volgens sterke aanwijzingen.

Deze interventie is door de erkenningscommissie beoordeeld als:
Goede aanwijzingen voor effectiviteit

Datum van erkenning

02-07-2015

Erkend door

Deelcommissie Gehandicaptenzorg

Toelichting Commissie

Dit programma is gericht op het (beter) verstaan en ondersteunen van de persoon met een ZEMVB. Het is in de praktijk goed uitvoerbaar en werkzaam gebleken. Gedegen van opzet en stapsgewijs uit te voeren. Een sterk punt is dat ‘directe medewerkers’ na toepassing van het programma minder handelingsverlegen zijn.

Geplaatst op

10-08-2015